Nieuws

Hervorming van het statuut van de gerechtsdeurwaarders

Terug naar overzicht
19/07/2022 • 12:00
Terug naar overzicht

Hervorming van het statuut van de gerechtsdeurwaarders: grote stap vooruit in het kader van de digitalisering en modernisering van het beroep

Op 15 juli 2022 keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed dat groen licht geeft aan de verdere modernisering en digitalisering van het beroep van gerechtsdeurwaarders.  Het voorontwerp bevat 13 concrete maatregelen, de blikvangers vindt u hieronder.

1. Invoering van een leeftijdsgrens voor het ambt van gerechtsdeurwaarder

Wat het meest in het oog springt, is de invoering van een pensioenleeftijd voor gerechtsdeurwaarders. De leeftijdgrens is vastgelegd op 70 jaar, weliswaar met de bepaling dat gerechtsdeurwaarders die op deze leeftijd nog geen 30-jarige loopbaan kunnen voorleggen, hun ambt kunnen verderzetten tot de leeftijd van 75 jaar.

Quentin Debray, voorzitter van de NKGB: “Het instellen van een pensioenleeftijd voor gerechtsdeurwaarders is geen eenvoudige oefening binnen ons beroep, zeker omdat gerechtsdeurwaarders naast openbare ministeriële ambtenaren ook zelfstandigen zijn. Desondanks is het een goede zaak, omdat de wetgeving uitgaat van de duurtijd van een loopbaan en dus later benoemde gerechtsdeurwaarders de kans geeft om voldoende jaren te werken. Daarnaast zorgt deze maatregel voor de nodige zuurstof binnen het beroep zelf door de jongere garde de nodige kansen te geven om hun loopbaan op te bouwen.”

2.  Aanvulling en verbetering van de werking van het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest (CBB)

Met het CBB beschikken we in België over een unieke databank die een beeld geeft van de solvabiliteit van een schuldenaar op een bepaald moment, waardoor het gemakkelijker wordt proactief te kunnen ingrijpen en de schuldenspiraal een halt toe te roepen. Bovendien legde de wetgever aan de gerechtsdeurwaarder een algemene informatieplicht op ten aanzien van schuldeiser en schuldenaar en dient de gerechtsdeurwaarder de betrokkenen te wijzen de alternatieve wijzen van geschillenbeslechting. Om deze wettelijke informatie- en bemiddelingsplicht te kunnen vervullen, is het noodzakelijk dat de gerechtsdeurwaarder beschikt over een solvabiliteitsdatabank met voldoende en gedetailleerde informatie, zodat hij zijn wettelijke taken volledig kan vervullen nog voordat een toekomstig of lopend geschil uitmondt in een gerechtelijke procedure.

Dit voorontwerp van wet bevat onder meer de invoering van twee sets van nieuwe gegevens in het CBB:

  • Gegevens over een vermoedelijk fictief adres, in de vorm van een bericht, dat automatisch aan de bevoegde autoriteiten wordt toegezonden. In de uitoefening van hun functie bezoeken gerechtsdeurwaarders ook schijnbaar onbewoonde panden. Deze centralisatie van informatie over vermoedelijk fictieve adressen zal het onder meer mogelijk maken sociale en belastingfraude te bestrijden.   Dat is al langer een vraag van de NKGB, zoals blijkt uit ons memorandum van 2019.
  • Gegevens over mogelijke en feitelijke uitzettingen: dat is cruciale informatie die de beleidsmakers zal helpen om hun beleid ter zake verder vorm te geven, zeker nu er op zowel Vlaams als Brussels niveau besprekingen ter zake lopende zijn. 

3. Invoering van een verzetstermijn in het kader van de procedure voor Invordering van Onbetwiste Schulden (IOS)

In 2016 werd een nieuwe administratieve procedure ingevoerd voor de inning van onbetwiste b2b- geldschulden. Hiermee wou de wetgever een tweeledig doel bereiken:

  • de werklast van de rechtbanken verminderen;
  • een sneller en goedkoper alternatief bieden aan bedrijven om hun achterstallige facturen in te vorderen, gelet op het feit dat ruim één derde van de Belgische facturen niet tijdig wordt betaald.

Vandaag kunnen we zeggen dat de IOS-procedure haar doel niet heeft gemist. Sinds juli 2016 werden meer dan  150.000 dossiers via deze weg afgehandeld. Dat is goed voor een totaalbedrag van meer dan 620 miljoen euro.  Op initiatief van de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne, wordt de rechtszekerheid van de IOS-procedure nu versterkt door de invoering van een termijn om verzet aan te tekenen tegen de procedure.

De andere maatregelen in het voorontwerp van wet betreffen: 

  1. Digitalisering van het stageboekje.
  2. Modernisering van de benoemingsprocedures van gerechtsdeurwaarders.
  3. Invoering van de titel van kandidaat-eregerechtsdeurwaarder.
  4. Inkorten van de wachttermijn vooraleer te postuleren als gerechtsdeurwaarder-titularis.
  5. Uitbreiding van de zaken van de waarnemende gerechtsdeurwaarder.
  6. Digitalisering en vereenvoudiging van het plaatsvervangingssysteem.
  7. Samenstelling en werking van de raad van de arrondissementskamers van gerechtsdeurwaarders.
  8. Overeenstemming tussen de mandaten van de leden ven het directiecomité en de algemene vergadering van de NKGB.
  9. Nieuwe bevoegdheid van de algemene vergadering tot goedkeuring van het reglement m.b.t. de voortzetting van de activiteiten van de kantoren.
  10. Afschaffing van de visumplicht van de beslagrechter in het kader van een uitvoerend derdenbeslag.

Dit voorontwerp van wet wordt nu voorgelegd aan de Raad van State en de gegevensbeschermingsautoriteit. Daarna volgt een bespreking in Parlement.