Reglement permanente vorming

REGLEMENT INZAKE DE PERMANENTE VORMING

Aangenomen door de algemene vergadering van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders op 17-12-2014 (inwerkingtreding 02-01-2015)

ARTIKEL 1. RATIO LEGIS VAN DE VERPLICHTING TOT PERMANENTE VORMING

De gerechtsdeurwaarder vervult een belangrijke maatschappelijke rol die de diverse belangen in het economisch leven moet waarborgen, zoals expliciet wordt bevestigd door de bepalingen van het nieuwe statuut van de gerechtsdeurwaarder ingevolge de wet van 7 januari 2014.

Daarbij is het beroep aan een modernisering en informatisering onderhevig, die steeds nieuwe en meer complexe uitdagingen met zich brengen, waaraan de gerechtsdeurwaarder het hoofd moet bieden.

Het is dan ook primordiaal dat alle partijen gedurende elke fase binnen het beroep – van stagiair tot gerechtsdeurwaarder -, zich op continue wijze bijscholen en zich derwijze de nieuwste juridische en andere ontwikkelingen, in verband met het beroep van gerechtsdeurwaarder eigen maken, zowel op nationaal als op Europees vlak. Vaardigheden up-to-date houden is inderdaad een essentiële voorwaarde om het hoofd te kunnen bieden aan of te anticiperen op de nieuwe uitdagingen voor het beroep.

Ingevolge artikel 555/1 van het Gerechtelijk Wetboek is de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (hierna genoemd “de Nationale Kamer”) wettelijk belast met de organisatie van de permanente vorming van de gerechtsdeurwaarders, de kandidaat-gerechtsdeurwaarders, de stagiairs en de medewerkers. Voor de uitvoering van deze taak kan de Nationale Kamer een beroep doen op derde partijen.

De titel van gerechtsdeurwaarder moet een waarborg zijn voor bekwaamheid, en het is hier dat de verplichting tot permanente vorming toe bijdraagt.

Het niet eerbiedigen van de verplichting tot een permanente vorming vormt daarbij niet enkel een wettelijke, maar ook een deontologische inbreuk die aan sanctionering onderworpen is.

Artikel 2. Duur

2.1. Elke gerechtsdeurwaarder en elke kandidaat-gerechtsdeurwaarder is verplicht om minstens 25 punten permanente vorming over een periode van 2 jaren te behalen, waarbij de termijn een aanvang neemt vanaf de inwerkingtreding van dit reglement of vanaf de benoeming.

In afwijking van het vorig lid, loopt de vormingscyclus van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder die tot titularis benoemd wordt of de titularis wiens benoeming vernietigd wordt, ononderbroken door.

Binnen de voorwaarden van het voorliggend reglement, stellen de gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder geheel vrij hun programma van permanente vorming samen uit het aanbod van studiedagen en opleidingen die erkend worden door de erkenningscommissie.

Deze opleiding kan de vorm aannemen van:

- het bijwonen van of deelnemen aan een cursus, colloquia, studiedagen, seminaries, online opleidingen,…;
- de publicatie van een juridisch of rechtsethisch/deontologisch werk (bijdrage in een tijdschrift, een juridisch handboek,…;
- het onderwijzen van een specifieke materie en/of documentatie die in dit kader werd opgesteld ;
- een mandaat binnen een orgaan of werkgroep waarvan de activiteiten een band vertonen met het beroep van gerechtsdeurwaarder ;
- een specifieke opleiding in het buitenland;
- een deelname aan een project die verband houdt met het beroep;
- …

[gewijzigd door de AV van 23 maart 2023  – inwerkingtreding 8 mei 2023]

Deze lijst is niet limitatief. Toch moet de activiteit inhoudelijk steeds een meerwaarde betekenen voor de betrokkene en diens beroepspraktijk.

2.2. Elke stagiair is verplicht om 40 punten permanente vorming over een periode van 2 jaren, vanaf de aanvang van de stage, te behalen. De schorsingsgronden vermeldt in het artikel 511, § 3 Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing. [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021  – inwerkingtreding 12 juli 2021]

Elke stagiair moet verplicht het door de Nationale Kamer georganiseerde programma volgen over de onderwerpen die onder haar wettelijke bevoegdheid vallen (inbegrepen beroepsethiek en communicatieve en sociale vaardigheden), op straffe van weigering van afgifte van het stagecertificaat. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – zie artikel 11.5 voor inwerkingtreding (overgangsmaatregel)]

Voor het overige stelt de stagiair geheel vrij zijn programma van permanente vorming samen uit het aanbod van studiedagen en opleidingen die erkend worden door de erkenningscommissie.

Elke stagiair die niet geslaagd is voor het examen of niet nuttig gerangschikt werd om benoemd te worden tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder, blijft onderworpen aan de algemene verplichting om permanente vorming te volgen, en moet minstens 20 uur bijkomende opleiding kunnen aantonen – te rekenen vanaf de datum van het vergelijkend examen – om geldig te kunnen deelnemen aan de volgende examensessie. [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021  – inwerkingtreding 12 juli 2021]

2.3. Voor de medewerkers bestaat er geen dergelijke verplichting. Het wordt desondanks aan elke gerechtsdeurwaarder aanbevolen om de vaardigheden van de medewerkers op peil te houden.

2.4. De Nationale Kamer staat in voor de organisatie van een opleidingsprogramma voor de gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaarders en stagiairs. Dit programma moet een voldoende aantal opleidingen bevatten, zodat elke betrokkene het aantal punten kan behalen dat aan hem wordt vooropgesteld overeenkomstig dit reglement.

2.5. Parallel met de verplichte opleidingscyclus voor stagiairs die ze organiseert, voorziet de Nationale Kamer een basisprogramma dat overeenstemt met het aantal punten dat overeenkomstig dit reglement wordt opgelegd aan de gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

Beide programma’s zijn kosteloos.

In geval een gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder of stagiair zich inschrijft voor een opleiding bedoeld in het eerste lid en vervolgens de betreffende opleiding niet bijwoont, is een forfaitaire vergoeding verschuldigd ten bedrage van 35 euro, tenzij, binnen een termijn van 15 kalenderdagen volgend op de opleidingsmodule, een geval van overmacht kan worden aangetoond, dan wel een gewettigde afwezigheid door middel van een medisch attest. [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019  – inwerkingtreding 24 juni 2019]

2.6. De opleidingen die door de Nationale Kamer worden georganiseerd en die niet vallen binnen de opleidingsprogramma’s vermeld in punten 2.2. en 2.5., zijn onderworpen aan inschrijvingsgeld waarvan het bedrag door haar wordt vastgesteld in functie van de locatie, de spreker(s), de praktische en organisatorische modaliteiten en de duur van de opleiding. De inschrijving voor een opleiding wordt slechts definitief op het moment van ontvangst van het inschrijvingsgeld. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

In geval de inschrijver de opleiding niet kan bijwonen omwille van ziekte of overmacht, dient hij de Nationale Kamer een verzoek tot terugbetaling te richten vergezeld van de noodzakelijke bewijsstukken.
[gewijzigd door de AV van 18 december 2018  – inwerkingtreding 31 januari  2019]

De Nationale Kamer kan de organisatie van de permanente opleiding uitbesteden aan een derde.

Artikel 3. Puntensysteem

3.1. Een uur opleiding staat gelijk aan een punt. Onderdelen van minimum een half uur staan gelijk aan een half punt . [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019 en van 10 juni 2021 – inwerkingtreding 24 juni 2019 en 12 juli 2021]

3.2. Elke gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder en stagiair zorgt ervoor dat zijn elektronische puntenkaart geactualiseerd blijft.

De elektronische puntenkaart is raadpleegbaar via het online platform “PE-Online”. Enkel via dit kanaal kunnen aan de erkenningscommissie aanvragen tot erkenning worden gedaan, of kunnen er punten toegekend worden.

3.4. Elke gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder moet minstens 5 deontologische (inbegrepen beroepsethiek en communicatieve en sociale vaardigheden) punten behalen als onderdeel van hun permanente vorming. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

3.5. Een punt van permanente opleiding is slechts geldig verworven als de betrokkene in het bezit is van een aanwezigheidsattest van de gevolgde opleiding.

3.6. De publicatie van één of meerdere juridische artikel(s) in een vaktijdschrift of een verzamelwerk, of de publicatie van een juridisch handboek kan naar billijkheid erkend worden met een maximum van 20 punten. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

Indien deze publicatie uitgaat van meerdere auteurs, wordt het aantal toegekende punten (voor het geheel), gedeeld door het aantal auteurs en daarna afgerond naar boven. [gewijzigd door de AV van 14 december 2015 – inwerkingtreding 3 januari 2016 – inwerkingtreding 1 oktober 2015]

3.7. Het doceren of voorbereiden van een bepaalde rechtsmaterie of een voor het beroep relevante materie, dan wel de tussenkomst als spreker tijdens een georganiseerd evenement met hetzelfde doel kan naar billijkheid erkend worden voor minimum 1 punt per gepresteerde 15 minuten of minder met een maximum van 10 punten. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

3.8. Het bijkomend behalen van een diploma, een studiegetuigschrift, het volgen van een opleiding of van een relevante opleidingsmodule, in aanvulling op en behaald na de benoeming tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder, kan in aanmerking worden genomen als permanente vorming voor maximum 10 punten.

3.9. Het lidmaatschap van een commissie, een comité of een werkgroep waarvan de activiteit betrekking heeft op het beroep van gerechtsdeurwaarder, kan in aanmerking worden genomen als permanente vorming, rekening houdend met de aanwezigheid en, in voorkomend geval, met de prestaties van het lid met een maximum van 10 punten per vormingscyclus. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023  – inwerkingtreding 8 mei 2023]

3.10. Een overtal aan behaalde punten in een bepaalde cyclus wordt voor maximaal 20 punten overgedragen naar de volgende cyclus en gecrediteerd op de puntenkaart op het platform “PE-online” binnen een termijn van 5 maanden na het einde van de voorgaande afgewerkte cyclus. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

Deze bepaling is niet van toepassing op de stagiairs.

Artikel 4. Erkenningscommissie

4.1. Een erkenningscommissie, gevestigd op de zetel van de Nationale Kamer, bestaat uit twee afdelingen, één van de Franse en één van de Nederlandse taalrol.

4.2. Elke afdeling is samengesteld uit:

- twee gerechtsdeurwaarders en één kandidaat-gerechtsdeurwaarder verkozen door de algemene vergadering van de Nationale Kamer, in hun hoedanigheid van effectief lid en behorend tot de desbetreffende taalrol;

- één afgevaardigd lid in functie van zijn taalrol. Het directiecomité en de raad van bestuur van het kenniscentrum duiden er elk één aan behorende tot de Nederlandse of Franse taalrol. De twee organen dienen zich af te stemmen op elkaar teneinde de taalpariteit te garanderen.

Voor elk effectief lid wordt er een vervanger, naargelang het geval, hetzij aangeduid hetzij verkozen door het betrokken orgaan. Deze vervanger beantwoordt aan dezelfde formele voorwaarden.

Elke afdeling duidt onder haar leden een voorzitter aan. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

De lijst van de leden wordt bekend gemaakt.

Wanneer een effectief lid of een plaatsvervanger gekozen door de algemene vergadering definitief belet is, wordt zijn mandaat verder gezet respectievelijk door zijn/haar plaatsvervanger of een nieuw verkozen plaatsvervanger welke op de eerste algemene vergadering van het arrondissement wordt aangeduid die volgt op het belet.

Onder definitief belet dient te worden begrepen ontslag, overlijden, preventieve schorsing overeenkomstig artikel 548 van het Gerechtelijk Wetboek, vernietiging van een benoeming, een beslissing tot afzetting of schorsing waartegen geen rechtsmiddel meer openstaat, en definitief geworden beslissing tot weglating van het tableau overeenkomstig 514 van het Gerechtelijk Wetboek en de benoeming als gerechtsdeurwaarder wanneer het betrokken lid als kandidaat-gerechtsdeurwaarder zetelt.

4.3. Het mandaat van de leden van de erkenningscommissie verkozen door de algemene vergadering duurt drie jaar en is éénmaal hernieuwbaar.

Het mandaat van de aangewezen leden neemt onmiddellijk een einde wanneer het bevoegde orgaan hiertoe beslist. [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021  – inwerkingtreding 12 juli 2021]

4.4. Het mandaat van de leden van de erkenningscommissie is onbezoldigd.

4.5. Elke vraag tot erkenning wordt behandeld door één van beide afdelingen in functie van de taal waarin de opleiding zal gegeven worden.

Elke vraag met betrekking tot een twee-of meertalige opleiding wordt behandeld door beide afdelingen die samen de verenigde erkenningscommissie vormen.

4.6. Elke afdeling neemt haar beslissing bij volstrekte meerderheid.

In geval van belangenconflict neemt het betrokken lid niet deel aan de besluitvorming [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021 – inwerkingtreding 12 juli 2021].

In geval van staking van stemmen, komt de voorzitter de doorslaggevende stem toe.

Bij gelijkheid van stemmen in de schoot van de verenigde erkenningscommissie is de stem van het door het directiecomité afgevaardigd lid doorslaggevend. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

 4.7. Met het oog op een vlotte interne werking neemt de erkenningscommissie een huishoudelijk reglement aan. [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021  – inwerkingtreding 12 juli 2021]

Artikel 5. Voorafgaande erkenningsaanvraag

5.1. Elke opleidingsorganisatie kan vooraf bij de erkenningscommissie een aanvraag indienen om een opleiding, studiedag, cursus, e.a. te laten erkennen als onderdeel van de permanente vorming voor gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaarders en stagiairs.

Men dient hiertoe het elektronisch aanvraagformulier volledig in te vullen dat online beschikbaar is.

Tussen het verzenden van de aanvraag en de datum van de opleiding, studiedag, cursus, e.a. dient minimum 3 weken te verlopen. [gewijzigd door de AV van 14 december 2015 – inwerkingtreding 3 januari 2016]

De erkenning geldt voor een periode van één jaar vanaf de datum waarop de erkende opleiding voor het eerst wordt gegeven. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

5.2. Elke opleidingsorganisatie die geen feitelijke of juridische vereniging van (kandidaat-)gerechtsdeurwaarders of een officieel orgaan van de Nationale Kamer vormt, dient een dossierrecht te vereffenen dat gelijkgesteld wordt met het inschrijvingsgeld dat gevraagd wordt voor een deelnemer – weliswaar met een minimum van 100,00 EUR en een maximum van 750,00 EUR. Slechts na ontvangst van dit dossierrecht zal de erkenningscommissie kennis nemen van de aanvraag.

Verder dient de aanvraag tot erkenning minstens de volgende gegevens te bevatten in functie van het voorwerp van de permanente vorming:

1° de identiteit van de aanvrager; 
2° het programma / onderwerp van de opleiding / studiedag / cursus / enz. 
3°een korte inhoud (max. 200 karakters); 
4° wijze van publiciteit; 
5° de organiserende instantie; 
6° de datum en plaats van de opleiding / studiedag / cursus / enz.; 
7° wijze waarop in ondersteuning wordt voorzien voor de opleiding / studiedag / cursus (slides, PowerPoint, syllabus,…) / enz.; 
8° de identiteit van de sprekers en hun professionele hoedanigheid; 
9° het aantal uren van de opleiding / studiedag / cursus / enz.; 
10° het inschrijvingsgeld; 
11° het aantal gewenste punten. 

5.3. Op het moment van de aanvraag tot erkenning, moet de opleidingsorganisatie zich ertoe verbinden:
- een identiteitscontrole te doen via de elektronische identiteitskaart bij aanvang van de activiteit;
- de deelnemers te verzoeken de aanwezigheidslijst te handtekenen, en dit zowel aan het begin als het einde van de activiteit;
-  de aanwezigheidslijst elektronisch te registreren op het "PE-Online" platform.
[gewijzigd door de BAV van 21 september 2015 – inwerkingtreding 1 oktober 2015]

Artikel 6. Aanvraag om erkenning post factum

6.1. Elke gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder of stagiair kan bij de erkenningscommissie een aanvraag indienen om een opleiding, het lidmaatschap van een orgaan of een werkgroep waarvan de activiteit betrekking heeft op het beroep van gerechtsdeurwaarder, een studiedag, cursus, of juridische publicatie te laten erkennen in het kader van de permanente vorming. Er mag maximaal 5 maanden zijn verstreken tussen de aanvraag en:

-  het lidmaatschap in een commissie of comité;
- de ontvangst van het aanwezigheidsattest voor een gevolgde studiedag, een opleiding of een cursus;
- de publicatie. 

[gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

6.2. De betrokkene maakt alle gegevens en stukken over waarvan sprake onder punt 5.2, lid 2, 1° tot 3°, 5° tot 9° en 11°., evenals een attest van aanwezigheid. In geval van lidmaatschapspunten moeten dit de stukken zijn die de aanwezigheid en, in voorkomend geval, de prestaties van de aanvrager in de commissie of het comité bewijzen.

6.3. Elke aanvraag betreffende een juridische publicatie dient daarenboven de volgende gegevens te bevatten:
- de identiteit van eventuele co-auteurs;
- de datum van de publicatie;
- het aantal woorden dat de publicatie telt;
- een exemplaar of kopie van de publicatie.

Artikel 7. Erkenningsprocedure

7.1. Elke afdeling komt indien nodig eenmaal per maand samen op haar zetel.

7.2. Voor de goedkeuring van een aanvraag dient de meerderheid van de leden aanwezig te zijn, hetzij in persoon hetzij via een digitaal communicatiekanaal. De aanwezige leden beslissen bij absolute meerderheid.

Indien er geen meerderheid kan bereikt worden binnen de schoot van een afdeling of van de verenigde erkenningscommissie is de stem van de voorzitter of deze van het daartoe door het directiecomité aangeduide afgevaardigd lid beslissend.

De erkenningscommissie beslist binnen een termijn van maximaal 72u na de kennisgeving van de aanvraag tot erkenning aan de betrokken afdeling.

Bij gebrek aan een beslissing binnen deze termijn, wordt de erkenning automatisch en definitief toegewezen. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

7.3. Indien een aanvraag om erkenning gedeeltelijk wordt afgewezen, is deze afwijzing definitief en dient deze door de erkenningscommissie summier gemotiveerd te worden.

De erkenningscommissie stelt de aanvrager zo spoedig mogelijk in kennis van de beslissing. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

7.4. Indien een aanvraag tot erkenning volledig wordt afgewezen, moet de erkenningscommissie dit uitdrukkelijk motiveren.

De erkenningscommissie stelt de aanvrager zo spoedig mogelijk op de hoogte van de beslissing.

Indien de aanvrager het niet eens is met de beslissing tot afwijzing, kan hij binnen 10 werkdagen na de kennisgeving die hij krijgt via het PE-onlineplatform een gemotiveerd verzoek tot herbeoordeling indienen.

De commissie beslist zo spoedig mogelijk over dit verzoek. In geval van afwijzing is deze definitief. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

Artikel 8. Vrijstellingen

In geval van overmacht of omwille van uitzonderlijke omstandigheden, kan het directiecomité retroactief, op bijzonder gemotiveerd verzoek elke gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder tijdelijk en geheel of gedeeltelijk vrijstellen van zijn verplichting tot permanente vorming conform dit reglement. Dit verzoek dient binnen de maand volgend op het einde van de opleidingscylcus te worden ingediend [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019 en 10 juni 2021 – inwerkingtreding 24 juni 2019 en 12 juli 2021]

Bij het verzoek om vrijstelling moeten alle bewijsstukken worden gevoegd. [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019  – inwerkingtreding 24 juni 2019]

Het directiecomité maakt haar beslissing aan het betrokken lid over binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek.

Artikel 9. Controle en sanctie

9.1. De stagiairs

De Nationale Kamer is ertoe gehouden te controleren of de stagiairs hun verplichtingen inzake permanente vorming hebben nageleefd wanneer zij om aflevering van hun stagecertificaat vragen.

Zowel op het einde van het eerste jaar van de opleidingscyclus als 3 maanden voor het einde van de cyclus, stuurt de Nationale Kamer via het “PE-Online”-platform een elektronisch rappel aan de stagiair, waarin het aantal punten wordt vermeld dat deze laatste tot op dat moment heeft behaald. Deze mededeling geeft de mogelijkheid aan de stagiair om op tijd de nodige maatregelen te treffen, zodat hij minstens het verplicht aantal punten kan behalen. [gewijzigd door de BAV van 10 juni 2021  – inwerkingtreding 12 juli 2021]

Indien de Nationale Kamer tot de vaststelling komt dat de verplichtingen inzake niet behoorlijk werden nageleefd, gaat zij niet over tot uitreiking van het stagecertificaat, en informeert zij zowel de stagemeester als de territoriaal bevoegde syndicus, of wanneer deze laatste eveneens de stagemeester uitmaakt, de verslaggever van het betrokken arrondissement. De stagiair kan vragen om gehoord te worden door het directiecomité. [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019  – inwerkingtreding 24 juni 2019]

In toepassing van artikel 2.2., lid 4, dient elke stagiair die niet geslaagd is voor het examen of die niet nuttig gerangschikt werd om tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder benoemd te worden, een actualisering te vragen van het reeds ontvangen stagecertificaat om zo de uren bijkomende opleiding die gevolgd werden, te kunnen aantonen.

9.2. De gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders

De Nationale Kamer ziet toe op de naleving van de verplichtingen inzake de permanente vorming van de gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders.

De puntenkaart dient vervolledigd te worden binnen de 4 maanden na het beëindigen van de vormingscyclus.

De Nationale Kamer kan eenieder verzoeken om bepaalde bewijsstukken en aanwezigheidsattesten te bezorgen die betrekking hebben op de gevolgde permanente opleiding.

Zowel op het einde van het eerste jaar van de opleidingscyclus als 3 maanden voor het einde van de cyclus, stuurt de Nationale Kamer via het “PE-Online”-platform een elektronische herinnering aan de gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder, waarin het aantal punten wordt vermeld dat deze laatste tot op dat moment heeft behaald. Deze mededeling geeft de mogelijkheid aan de betrokkene om tijdig de nodige maatregelen te treffen, zodat hij minstens het verplichte aantal punten kan behalen.

Punten welke niet zijn verdiend in een cyclus van permanente opleiding, worden automatisch overgedragen naar de volgende cyclus binnen een termijn van 5 maanden na het einde van de voorgaande afgewerkte cyclus, met uitzondering van deze waarvoor een gehele of gedeeltelijke vrijstelling werd toegekend in toepassing van artikel 8 van huidig reglement.

Op het einde van een opleidingscyclus, worden de namen van de leden die hun verplichtingen tot permanente opleiding niet zijn nagekomen, met uitzondering van zij die een gehele of gedeeltelijke vrijstelling hebben genoten in toepassing van artikel 8 van huidig reglement, overgemaakt aan de voorzitter-syndicus van het arrondissement waaronder de betrokkene valt. [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019  – inwerkingtreding 24 juni 2019]

Overeenkomstig artikel 526, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek is het voor elke gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder die niet in orde is met betrekking tot zijn laatst voltooide permanente opleidingscyclus verboden om plaatsvervangingen uit te voeren.

De mogelijkheid tot het opnieuw uitvoeren van plaatsvervangingen is afhankelijk van het in orde brengen van het absolute aantal van de ontbrekende punten door het betrokken lid.

Dit zal pas mogelijk zijn zodra deze punten zijn toegevoegd op het platform “PE-online” en waarvoor een bevestigingsbericht aan het betrokken lid verzonden zal zijn. [gewijzigd door de AV van 23 maart 2023 – zie artikel 11.6 voor inwerkingtreding (overgangsmaatregel)]

In functie van de ernst van de inbreuk, en bij gebreke aan het verkrijgen van een gehele vrijstelling, stelt de verslaggever van de Nationale Kamer ambtshalve een tuchtprocedure in tegen de betrokkene.

Eventuele recidive maakt hierbij een verzwarende omstandigheid uit.

Onder recidive moet worden verstaan: het ongerechtvaardigd niet respecteren van de verplichtingen binnen twee opeenvolgende opleidingscycli, dan wel twee niet-opeenvolgende cycli gedurende een periode van zes jaar. [gewijzigd door de BAV van 28 mei 2019  – inwerkingtreding 24 juni 2019]

 

Artikel 10. Subsidiaire regeling

Ingeval een situatie niet voorzien wordt door dit reglement of wanneer een probleem ontstaat met de toepassing ervan, brengt de erkenningscommissie het directiecomité hiervan op de hoogte, zodat de situatie beoordeeld kan worden en er mogelijks gevolg aan gegeven kan worden.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en overgangsregeling

11.1. Dit reglement treedt in werking de tiende dag na de toezending van het verslag van de algemene vergadering aan de leden van de algemene vergadering.

11.2. Het directiecomité bepaalt binnen de twee maanden na inwerkingtreding van dit reglement de noodzakelijke overgangsmaatregelen voor de permanente vorming van de stagiairs die zich zullen inschrijven voor de vergelijkende examens die zullen georganiseerd worden binnen de twee jaar na de inwerkingtreding van onderhavig reglement.

11.3. De verhoging tot 25 te behalen punten voor de gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders in het kader van hun verplichting tot permanente vorming, is op hen allen van toepassing vanaf 01/03/2018.

Op die datum wordt elke cyclus automatisch onderbroken en begint een nieuwe te lopen. De punten die behaald werden in de aldus onderbroken cyclus worden in afwijking van artikel 3.9. systematisch en integraal overgedragen. [Gewijzigd door de BAV van 06 februari 2018 – inwerkingtreding 16 maart 2018]

11.4. De verhoging tot 40 van het aantal te behalen punten van permanente vorming in toepassing van artikel 2.2. is slechts van toepassing op de stagiairs die hun stage aanvangen na de inwerkingtreding van deze verhoging.

11.5. De bepalingen betreffende het verplichte opleidingsprogramma voor stagiairs als bedoeld in artikel 2.2. zijn van toepassing op stagiairs die hun stagecertificaat op 1 september 2023 nog niet hebben ontvangen. [toegevoegd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]

11.6. Het mechanisme van plaatsvervangingsverbod treedt pas in werking vanaf 1 maart 2024, bij toepassing van de opleidingscyclus 2022-2024. [toegevoegd door de AV van 23 maart 2023 – inwerkingtreding 8 mei 2023]